november 2013
September 2011 kwam Monique Postma van (toen nog) Lemniscaat op bezoek om te praten over mijn jongerenboek in wording. Natuurlijk wilde ze ook een kijkje nemen in onze werkplaats om de hoek
waar we elke woensdagmiddag winkeltje spelen.
Ze liep langs de wisselende tentoonstelling van prenten en illustraties, waarna haar oog viel op de handbedrukte T-shirtjes van Annette, het ideale kraamcadeau.
Monique was helemaal weg van de krachtige figuren op de shirtjes, waaronder een dikke, deftige dame, een matroos, een beer en een krokodil.
‘Daar moet je een boek van maken,’ zei ze. ‘Een kartonboek voor de allerkleinsten.’ Tot dan toe had Annette de afbeeldingen alleen gezien als afzonderlijke figuren die niets met elkaar te maken
hadden. Na Monique’s enthousiaste reactie gingen we samen eens goed nadenken wat ze met elkaar gemeen zouden kunnen hebben, zodat ze in één verhaal zouden kunnen figureren en toch hun
eigenheid zouden kunnen bewaren.
Al pratend lieten we de dikke dame, het mooie meisje, de cowboy en al die andere T-shirtfiguren bij elkaar in de straat wonen, ieder in hun eigen huis.
Ik ging korte versjes over ze schrijven en Annette zorgde dat ze passend onderdak kregen: de matroos een schip, de cowboy een saloon, de circusprinses een woonwagen.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat er ook dieren in de straat zouden wonen, net als de mensen in een huis. Maar om de een of andere reden vonden we een krokodil of een beer er toch niet tussen
passen.
Ook onzin blijkt zijn eigen logica te hebben en we besloten ons te beperken tot enigszins archetypische mensfiguren: van koningin tot cowboy. De dieren stuurden we de straat uit met de belofte
dat ze t.z.t. hun eigen boek zouden kregen. Annette ging huizen tekenen en ik probeerde een openingsversje:
Bij ons in de straat
woont geen normaal gezin.
Wel een cowboy en een dief
En een echte koningin,
een viswijf en een spook
en een Verre Vreemdeling.
Ik was niet tevreden, ik gaf met de opsomming van de bewoners teveel van de inhoud weg.
De eerste regel mocht blijven staan, de rest sneuvelde en na eindeloos schrappen, schaven en bijvijlen bracht ik het openingsvers terug tot vier simpele regels:
Bij ons in de straat
van nummer 1 tot nummer 10
wonen hele rare mensen,
Kom dan laat ik ze je zien.
Niks meer aan doen. Ik kon de andere versjes gaan schrijven en deed dat thuis in mijn werkkamer, maar ook in de trein en in het café.
Het laatste vers schreef ik het eerst, over de bewoners van nummer 11:
Op nummer 11
daar woon ik zelf,
samen met Annette.
Ik maakte de gedichten
en Annette de portretten.
Een vondst waar ik heel blij mee was, een mooie uitsmijter om het boek mee te eindigen. Het boek dat er bijna niet was gekomen.
Monique Postma verliet in januari 2012 de uitgeverij en Lemniscaat wilde graag ‘voor we een definitieve beslissing nemen’ het geheel zien en met ons bespreken.
Gelukkig kregen we eind januari opnieuw groen licht en 27 maart leverde Annette de laatste illustratie in bij Lemniscaat, de bewoner van nummer 8: de zwerver Af-en-Toe, die in de plaats kwam van
de oorspronkelijke bewoner: een spook.
Annette was niet tevreden met het portret wat ze had gemaakt van het spook, jammer want met de illustratie van het dichtgetimmerde spookhuis was ze heel tevreden. Door het spook te vervangen door
een zwerver kon het huis gehandhaafd blijven.
Juni 2012 kwam het boek uit. Voor de Utrechtse kinderboekwinkel aan de Ganzenmarkt maakte Annette een prachtige etalage van een aantal op schaal nagemaakte huisjes uit het boek, waaronder
natuurlijk het huis van de zwerver.
Vandaar ging de etalage een jaar lang op reis langs diverse kinderboekwinkels door het hele land.
Momenteel is de etalage weer terug bij af, bij de kinderboekwinkel in Utrecht, ter ere van de Kinderboekwinkelprijs 2013, waarmee het boek onlangs werd bekroond en die binnenkort wordt uitgereikt
in KuuB, centrum voor Kunst & Cultuur in Utrecht.
Bij de toekenning van de prijs hebben, volkomen terecht, de illustraties van Annette de doorslag gegeven. Het boek werd al snel herdrukt en voorjaar 2013 verscheen het boek bij Lemniscaat USA
onder de titel On my street.
Ongeveer gelijk met de Amerikaanse editie van het Bij ons in de straat kwam Bij ons in het circus uit, de opvolger waarin, zoals beloofd, de dieren hun eigen boek kregen:
Bij ons in het circus, hier in de piste
werken uitsluiten wereldartiesten.
Nog enkele kaartjes, komt u snel binnen.
Hoor de muziek, de show gaat beginnen!
Hoewel Annette en ik elkaar bij het uitkomen van het circusboek plechtig beloofden er niet een eindeloze Bij-ons-in serie van te maken, moet ik bekennen dat we inmiddels met het derde boek bezig
zijn: Bij ons in de familie. Een ideetje van mijn jongste broer Wim. Annette moet nog gaan tekenen, ik heb een voorzichtig openingsversje geschreven:
Bij ons in de familie,
de familie Wielewaal,
zijn we, niemand uitgezonderd,
allemaal heel erg muzikaal.
Ikzelf, ik kan goed zingen,
solo of in koor.
Kom dan stel ik mijn familie
zingend aan je voor.
Het is met potlood geschreven, dus het kan nog worden uitgegumd.
Bij ons in de straat, Lemniscaat 2012
Dit was aflevering 36 van de serie Het verhaal achter…
Volgende aflevering: De liedjesalmanak, herfst & winter