Kinderboekenweek 2014: spreekbeurt

oktober 2014
In de trein naar Rotterdam, op weg naar katholieke basisschool De Horizon, lees ik in de Volkskrant dat de vader van Pippi Langkous op de Zweedse tv niet langer ‘negerkoning’  wordt genoemd. De vergelijking met onze Zwarte Pietendiscussie ligt voor de hand. Ook ik heb daar over moeten nadenken.
Binnenkort verschijnt Snelle Piet gaat uit fietsen bij uitgeverij Gottmer, een boek met achttien traditionele Sinterklaasliedjes, van Zie ginds komt de stoomboot tot Dag Sinterklaasje, gezongen door Mathilde Santing en gearrangeerd en geproduceerd door Thijs Borsten.
Thijs, met wie ik ook De liedjesalmanakken heb gemaakt, vroeg me de liedjes Pietvriendelijk te maken. De wereld is veranderd en ik ben ervan overtuigd dat de zwarte knecht van de Goedheiligman vroeg of laat tot het verleden zal  gaan behoren, Zwarte Pietenwet van de PVV of niet. 
Ach, ik ben de beroerdste niet en help de geschiedenis graag een handje, dus ik heb van Zwarte Piet Snelle Piet gemaakt. En Sinterklaas zag dat het goed was.

Op school aangekomen praat ik voor ik aan de slag ga in de docentenkamer met een van de juffen. Ze kent me van mijn musicals voor jeugdtheater Hofplein Rotterdam. Haar kinderen spelen of speelden er en haar moeder ging naar alle voorstellingen.
‘Haar laatste voorstelling was Midden in de winternacht, een paar jaar geleden was dat met Kerst, ze was al niet goed en begreep niet alles meer, maar de hele voorstelling keek ze opzij en fluisterde ze  prachtig, prachtig.’ 
Midden in de winternacht was ook mijn laatste musical voor Hofplein Rotterdam, maar door het gesprek met de juf over haar inmiddels overleden moeder krijg ik meteen weer zin een nieuwe voorstelling te schrijven. Maar nu eerst  voorlezen. De kleuters wachten op mij. 
Om eerlijk te zijn, zit ik andersom niet zo op hen te wachten.  Ik lees bijna nooit voor aan kleuters. Ze zijn nog zo klein, ze hebben nog geen idee wat een schrijver is. Wat ik doe, een verhaaltje voorlezen en een liedje zingen,  kan net zo goed gedaan worden door de juf of een vader of moeder of  de wijkagent. Dat laatste zou nog niet eens een gek idee zijn, bedenk ik me. Stoere beroepenvaders in uniform bij de kleuters te laten voorlezen. 
Het plan is om op het digibord de illustraties te laten zien uit De koning gaat uit varen. Maar zul je altijd zien, het digibord is niet aan de praat te krijgen en nu moet ik volstaan met het omhoog houden van het boekje.
Bij de groep erna, groep 4 doet het digibord het wel en laat ik de illustraties uit Bij ons in de familie zien. Het boek slaat naadloos aan bij Feest, het thema van de Kinderboekenweek.

Tussen de middag  maak ik een wandelingetje door de wijk om even buiten te zijn en om een beetje een indruk te krijgen in wat voor buurt de kinderen wonen. Ik eet een broodje bij Brasserie De Verandering in winkelcentrum De Hooge Hes. In mijn rug torenen twee hoge flats, genoemd naar schrijvers: Hemingway en Eliot.
De brasserie zelf ligt aan een plein, de Hesseplaats. Het is een plein als alle pleinen, waar ook in Nederland. Regelmatig tuft er een scootmobiel voorbij, op weg naar de Jumbo, Hans Anders of het Kruidvat. Ik zorg op tijd weer op school te zijn. Ik moet nog één bezoek, aan de de kinderen van groep 3.
Ik zing wat herfstliedjes uit De liedjesalmanak en laat net als in groep 4 de illustraties uit Bij ons in de familie zien. Na afloop mogen een paar kinderen van de juf vertellen wat ze ervan vonden. 
Een van de kinderen zegt:  ‘Hij heeft het duidelijk verteld en dat hij op een plaatje laat zien dat die Ouwe Opoe in de taart zit, vond ik heel leuk.’
Ik voel me alsof ik zojuist een spreekbeurt heb gehouden.
Een goeie, dat dan weer wel.