oktober 2016
Matz heet hij, hij is het enige kind dat met zijn moeder naar de Amsterdamse boekhandel van Dennis en Debbie Stirler in Buitenveldert is gekomen, en hij kwam niet eens speciaal voor ons. Hij kwam
het T-shirt ophalen dat hij gisteren in de winkel onder leiding van Henriette Boerendans had bedrukt.
Hij krijgt een privé-voorstelling,
Annette tekent: Humptie Dumptie, De kromme man van Krommenie, Drie bijdehandjes (met wantjes) en Kleine kikker. Ik lees voor en zing liedjes uit De liedjesatlas.
Na de eerste twee regels van Humptie Dumptie merkt Matz op: Hé, dat rijmt. Dat kan hij ook, op elk woord noemt hij een bij voorkeur zelfverzonnen rijmwoord: baap rijmt op aap en baalf op twaalf,
net zo makkelijk.
Ik ken Dennis en Debbie Stirler van zeven jaar geleden, van juli 2009, toen ik drie dagen schrijver ‘in residence’ was in de strandbibliotheek van Noordwijk. Hun dochter luisterde elke dag
weer naar mijn verhalen en deed fanatiek mee aan de schrijfopdrachten. Vandaag is ze er niet, ze is en helemaal into Justin Bieber. Tja, dan kan ik wel inpakken.
Als Matz met een tekening van Humptie Dumptie de winkel verlaat, praten we nog wat na over de treurige opkomst van precies één kind. Het ligt niet aan Debbie en Dennis, ze hebben genoeg reclame
gemaakt. Misschien is de tijd geweest dat kinderen in grote getale op dergelijke bijeenkomsten afkomen.
Gisteren was ik in de Utrechtse Schouwburg waar Hans Hagen en Jacques Vriens voorlazen, toch niet de minsten. Ook zij moesten het doen met anderhalf kind en paardenkop.
Het regent als Annette en ik aan het eind van de middag naar de metro lopen. Er komt een vliegtuig griezelig laag overvliegen en onwillekeurig hoor ik de stem van Frans Halsema:
't Is zondagmiddag, eindeloos
In blokkendoos na blokkendoos
Zeggen ze er komt regen
De twee gaan schuilen in een portiek
Voor regen, leegte en publiek
Er gaat een licht aan hier en daar
Zondag half vijf, het glas staat klaar
Er worden zakjes friet gehaald
Laag over Buitenveldert daalt
Huilend een DC-9