oktober 2016
Er begint zich langzaam een vast progamma te ontwikkelen. Ik vertel over mijn oudste boek, Mooi Meegenomen, en over mijn nieuwste boek, Kak! zei de ezel, waaruit ik meestal
dezelfde versjes voorlees: Kak! zei de ezel, Simpel Zieltje, De hond van de weduwe Kwast en Drie bijziende Belgen. Ik beantwoord vragen alvorens ik een enkel liedje
zing, Leve het nijlpaard! of Mijn vader is een leugenaar. Als toetje lees ik Cadeautje voor, een gedicht van collega-schrijver Erik van Os:
Cadeautje
Mijn opa is morgen jarig.
Ik maak een mooi cadeautje:
een tekening van oma van oma
in haar blootje.
Het is afkomstig uit het tijdschrift DICHTER. Gedichten voor kinderen van 6 tot 106, aflevering 1. Het is een uitgave van Plint, bekend van de poëzieposters. Plint heeft een groot aantal
dichters heeft gevraagd een bijdrage te leveren rond het motto van de Kinderboekenweek Voor altijd jong.
Vandaag deed ik mijn programma voor drie groepen 5 in Den Haag, in bibliotheek Waldeck, in de wijk Loosduinen, op een steenworp afstand van mijn geboortehuis. De eerste twee uur zijn voor
Openbare basisschool Bohemen Kijkduin.
Ik verbaas me erover hoe kort kinderen van nu zich kunnen concentreren. Door het minste geringste zijn ze afgeleid. Ik moet echt alle zeilen bijzetten om de aandacht vast te houden. Het lijkt
alsof kinderen niet meer gewend zijn langer dan een tien minuten achter elkaar naar iemand te luisteren. Wat zegt dat over hun leesgedrag? Hoe lang houden ze het vol om onafgebroken een verhaal
te lezen, zonder dat ze kunnen wegzappen?
De laatste groep is groep 5 van Het Lichtbaken, een katholieke school die is voortgekomen uit de Sint-Petrussschool, de lagere school (alleen voor jongens) waar ik eeuwen geleden heb
leren lezen en schrijven.
Van één van de kinderen hoorde ik het mooiste verhaal van de dag, ze moest het kwijt toen ik vertelde over Mooi Meegenomen, waarin de hoofdpersoon op ziekenbezoek gaat bij zijn
oma en haar de geluksschelp teruggeeft die ze eerder aan hem had gegeven.
Een meisje stak haar vinger op. Haar oma, zei ze, had heel erg verdriet wat er was iets naars gebeurd in de familie:
‘Ik ben naar de kringloop gegaan en heb een beer gekocht, want mijn oma houdt van Bolke de Beer, ik heb de beer een stropdas omgedaan en hem aan mijn oma gegeven.’