Februari 2020
Waarin ik in de Volkskrant een interview las met Jeroen Brouwers die van Arjan Peters de vraag krijgt voorgelegd of hij een redacteur heeft.
Wat zou die komen doen dan? wil Brouwers weten, waarop Peters antwoordt: Halverwege zeggen: het moet anders. Brouwers: Daarom wil ik geen redacteur.
Ik heb redacteuren in alle soorten en maten gehad, zo was er een die zei dat ik van mijn hoofdpersoon, een jongen, een meisje moest maken.
Why?
Jongens lezen niet, meisjes wel, was het antwoord.
En dan was er die redacteur die nooit meedacht met mijn verhaal , maar wilde dat ik een ander verhaal schreef, namelijk dat van hem.
Mist heet mijn nieuwe boek, het ligt bij de drukker, zorgvuldig geredigeerd. Godzijdank.
De redacteur heeft het beste uit mij en mijn verhaal gehaald, meestal door vragen te stellen, waarna ik aan de hand van de vragen aan het herschrijven ging tot mijn verhaal intrinsiek
klopte.
Op één vraag had ik geen antwoord, waarom ik de hond in Mist Jinx heb genoemd.
Zat daar een diepere betekenis achter?
Die was er niet.
Ik vond Jinx een geschikte naam voor een hond, meer niet, tot ik onlangs het woord googlede en las dat Jinx zoveel betekent als onheilsbrenger of vloek.
Een betere naam had ik niet kunnen verzinnen.