Onlangs zijn er door de Griffeljury twaalf Zilveren Griffels toegekend in zes categorieën, gemiddeld twee per
categorie dus. Te veel, laat Volkskrantrecensent Pjotr van Lenteren in de boekbijlage van 29 juni weten. Dat haalt de glans van de prijs af.
Schaf de (leeftijds)categorieën af, is zijn pleidooi, en bekroon hooguit vier boeken met een Zilveren Griffel, waarvan het beste boek onderscheiden wordt met goud.
Van het afschaffen van de categorieën ben ik geen voorstander, met uitzondering misschien van de categorie 12-15 jaar, daar vallen geen kinder- maar jeugdboeken onder. Voor het toekennen
van slechts één Zilveren Griffel per categorie is wat te zeggen, dan kom je op een overzichtelijk aantal van vijf Zilveren Griffels, waaruit de jury de Gouden Griffel kiest.
Wie dit jaar de Gouden Griffel gaat winnen is voor Van Lenteren, geen vraag. Die gaat naar De jongen die van de wereld hield van Tjibbe Veldkamp. Daar zou hij weleens gelijk in kunnen
krijgen, afgaande op het juryrapport, maar meer nog op wat er gebeurde op 19 juni in theater de Krakeling tijdens de uitreiking van de Zilveren Griffels.
Net als vorig jaar werden de griffels overhandigd door een ‘mystery guest’ , een vriend(in), collega of familielid van de bekroonde schrijver. Zo kreeg ik het zilver voor Zebedeus en het
ganzenbord van Wisse uitgereikt door mijn broer Aad, en kreeg de dichter Kees Spiering de prijs uit handen van een oude jeugdvriend.
Tjibbe Veldkamp kreeg de Zilveren Griffel uitgereikt door ‘mystery guest’ Jaap Friso, geen vriend, collega of familielid, maar nota bene een lid van de Griffeljury!
Friso kreeg Veldkamps boek, vertelde hij, voor het eerst onder ogen op 22 augustus, bijna een jaar geleden, precies op zijn verjaardag, wat een cadeautje!
Leuk voor Friso, maar vreemd, zo niet stuitend om als jurylid op deze wijze het zilver aan één van de kanshebbers op goud uit te reiken.
Er kunnen twee dingen gebeuren op vrijdag 27 september als bekend wordt gemaakt welk boek de Gouden Griffel heeft gewonnen.
Veldkamp wint en dan heeft de jury in de persoon van Jaap Friso met terugwerkende kracht de tien andere kanshebbers in hun hemd gezet, of Veldkamp grijpt naast het goud, in dat geval is híj in
zijn hemd gezet.
O ja, Pjotr van Lenteren schrijft in zijn griffelstukje Zebedeus en het ganzenbord van Wisse weliswaar ‘mooi’ te vinden, maar vooral ‘een herhaling van zetten.’
Om Gerard Reve te parafraseren: ‘U vindt dat ik mezelf herhaal? Ik zou niet weten wie ik anders zou moeten herhalen.’